Artikel 1017 Gerechtelijk Wetboek
Tenzij bijzondere wetten anders bepalen, verwijst ieder eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten, onverminderd de overeenkomst tussen partijen, die het eventueel bekrachtigt. Niettemin worden nutteloze kosten, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022, zelfs ambtshalve ten laste gelegd van de partij die ze foutief heeft veroorzaakt.
Behalve wanneer het geding roekeloos of tergend is, wordt de overheid of de instelling belast met het toepassen van de wetten en verordeningen :
1° bedoeld in de artikelen 579, 6°, 580, 581 en 582, 1° en 2°, ter zake van vorderingen ingesteld door of tegen de sociaal verzekerden persoonlijk, steeds in de kosten verwezen;
2° betreffende de sociale zekerheid van het statutair personeel van de openbare sector die gelijkwaardig zijn met de in de bepaling onder 1° bedoelde wetten en verordeningen betreffende de sociale zekerheid van werknemers, ter zake van vorderingen ingesteld door of tegen de sociaal verzekerden persoonlijk, steeds in de kosten verwezen.
Met sociaal verzekerden worden bedoeld : de sociaal verzekerden in de zin van artikel 2, 7°, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het “Handvest” van de sociaal verzekerde.
De kosten kunnen worden omgeslagen zoals de rechter het raadzaam oordeelt, hetzij wanneer de partijen onderscheidenlijk omtrent enig geschilpunt in het ongelijk zijn gesteld, hetzij over echtgenoten, wettelijk of feitelijk samenwonenden, bloedverwanten in de opgaande lijn, broeders en zusters of aanverwanten in dezelfde graad.
In een onderzoeksvonnis wordt de beslissing inzake kosten steeds aangehouden.